Om de tekeningen van Gerda kun je niet heen. Groot en monumentaal zijn ze. Van een afstand net foto’s, maar zodra je iets dichterbij komt zie je dat het houtskool op papier is en dat ze met grote aandacht zijn gemaakt. Prachtig werk waarbij ik me meteen afvraag hoe ze het in godsnaam voor elkaar krijgt.
Geen pittoreske plaatjes of herkenbare plaatsen. Gerda maakt monumenten van plekken die zij mooi vindt.
Dat denken in het groot heeft ze op de kunstacademie geleerd. Gerda deed de richting Monumentaal aan de academie in Utrecht; toen nog een klassieke opleiding waar de nadruk lag op goed kijken en groot werken. Op dat goede kijken, drijft ze nu nog steeds. Gerda houdt van registreren, observeren en mensen bekijken. In haar werk zoekt ze naar het monumentale. Niet te kriebelig en te veel op de details, het gaat haar om het geheel. Van haar moeder leerde ze om naar de natuur te kijken en de samenhang van alles te zien. Ook dat houdt haar bezig.
“Ik ben niet zo van mijn eigen expressie en emoties. Ik wil meer registreren. Als een soort monumenten van plekken die ik mooi vind. Maar ja, ‘mooi’ dat vind ik ook weer zo’n begrip; is het dan alleen maar esthetisch? Ik wil geen pittoreske plaatjes maken, het hoeft geen herkenbare plek te zijn. Het gaat me er om het karakter van die plek weer te geven.” En dus begint het voor Gerda met het maken van veel foto’s en schetsen waarin ze opzoekt waar het voor haar om gaat in het beeld. Welke lijnen zijn belangrijk en welke details doen ertoe. Als ze eenmaal aan het tekenen gaat, heeft ze een vrij vaststaand beeld van hoe het moet worden. En hoe ze dat het beste weergeeft, ontdekt ze terwijl ze bezig is.
Alleen dat stokje in je handen
“Werken met houtskool is zo lekker simpel. Je hebt alleen het houtskooltje en het papier… alleen dat stokje in je handen. En dan kun je bedenken: ga ik hard of zacht duwen en ga ik er in vegen? Dat vegen probeer ik zoveel mogelijk uit te stellen, dat wil ik heel weinig doen. Dan wordt het toch gauw zo esthetisch, lekker met een kneedgummetje er in. Ook dat gummen stel ik zo lang mogelijk uit. Is naar mijn idee te snel op het effect gericht. Ik wil eerst zien of ik het zonder kan. Je kunt wel gummen, maar je blijft het altijd zien. Dat wit van het papier krijg je er daarna niet meer in, het wordt nooit meer helder.”
“Heb je nog een tip voor mensen die met houtskool werken?” “Gewoon beginnen en kijken wat het materiaal doet. Lekker groot werken en uitproberen. Je kunt het papier bijna aaien of lekker stevig krassen. En soms lijkt het net of je het zwart weer van je papier haalt. Dat zijn allemaal dingen die je ontdekt als je je concentreert op het materiaal. Ik zou wel aanraden om niet te veel te vegen en te gummen. Dat is heel verleidelijk om te doen, maar dan zie je niet wat het houtskool zelf doet. Om het materiaal goed te leren kennen, moet je het puur gebruiken!”
Sinds een jaar of 10 werkt Gerda op dit formaat en heeft ze zichzelf de beperking opgelegd van alleen dat ene thema en die ene techniek: natuur en houtskool. En flink aan de maat dus, wat ik zo knap vind. Mijn opmerking over dat ik zou verdwalen als ik zo groot zou werken, vindt Gerda gelukkig niet vreemd. Zonder foto’s en schetsen erbij, zou zij ook verdwalen. “Maar volgens mij verdwaal ik nog erger als ik ga denken dat ik meer van mijzelf of mijn eigen emotie er in moet leggen. Dan ga ik teveel op de esthetiek zitten, van een lekker streekje of een mooi lijntje ofzo. En dat wil ik niet, ik wil iets stevigs maken.”
Gauw weer in zwart-wit
“Vaak vind ik een detail uit mijn werk eigenlijk nog mooier dan het hele ding, want dat gaat voor mijn gevoel toch nog te veel naar een plaatje. Kijk als je er zo’n stukje uithaalt, vind ik dat heel interessant.”
Gerda zou wel abstracter willen werken, maar dat is een proces en dat moet ze laten gebeuren. Veranderingen kan ze niet zomaar afdwingen. “Zo zag ik een keer zo’n mooie grote boomstronk met mos in die prachtige kleur groen er op. Die wilde ik maken, meteen in het groot en in kleur. Maar wat was een deceptie! Ik had direct in de gaten dat ik niet genoeg geduld had en te weinig kennis van kleur. Het werd een enorme mislukking. Daar schrok ik zo van dat ik gauw maar weer in zwart wit ben gaan werken.”
Toch hoopt Gerda dat ze zich blijft ontwikkelen in haar werk waarmee het er ook anders uit gaat zien. “Ik laat mijn beelden ontstaan door veel te tekenen. Kijken of ik in een tekening iets losser ben gekomen van wat er is en dat dan weer gebruiken in de volgende tekening. Zo moet ik me een beetje voortbewegen en zoek ik naar wat ik wil maken: uit iedere tekening neem ik weer iets mee voor de volgende keer.Nu heb ik bijvoorbeeld een struik in mijn hoofd die ik graag wil tekenen, dan ga ik toch wel even van houtskool af. Kijk, in deze tekening heb ik ook in inkt gewerkt met een brede kwast en daar vraagt die stuik volgens mij ook om. Bij die struik ga ik dus proberen iets meer afstand te nemen van wat er echt is”
Vuurtje aan de gang houden
“Ik doe de dingen waar ik van hou. Ik hou van de natuur en ik hou ervan veel te wandelen en rond te lopen in mijn eigen omgeving. En toch zijn er dagen dat ik niks doe, dan moet ik mezelf achter de vodden zitten om bezig te blijven anders kan ik heel lui zijn. Ik voldoe niet aan dat beeld van een gepassioneerde kunstenaar die tot diep in de nacht werkt. Maar als ik een tijdje niks gedaan heb begint het wel te knagen. Dan denk ik: Kom op, je moet nou wel weer het vuurtje aan de gang houden.”
“Heb je dan wel eens dat je niet durft te beginnen?” Vraag ik Gerda. “Ja, maar ik denk dat het een deel is van dat ik soms een poosje niks doe. Loop ik mezelf op te laden om die gedrevenheid er in te krijgen en dan komt er opeens een soort van magisch moment…dan zit het zo lang in mijn hoofd en krijg ik er weer zin in. Dan wil het gewoon zien. ‘Laat het nou maar zien’ zeg ik dan tegen mezelf. Dan voel ik die spanning en ga ik heel voorzichtig door en door en door en ineens merk ik het. ‘Oh verrek, het werkt! Het werkt dat ik het hier zo een beetje uit laat lopen.’ denk ik op zo’n moment. En dat motiveert me om verder te gaan.”
Meer werk van Gerda vind je op: www.gerdavankersbergen.nl.
Gerda, dank je wel! Was een leuk potje pingpong, maar ik vond het vooral inspirerend om je te horen vertellen en te zien wat je allemaal maakt!